- ordelijk
- {{ordelijk}}{{/term}}1 [gerangschikt] neat ⇒ tidy, 〈bijvoeglijk naamwoord〉 orderly2 [geregeld] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 orderly ⇒ 〈bijvoeglijk naamwoord〉 well-organized/-ordered, 〈bijwoord〉 in orderly fashion, 〈bijwoord〉 in good order3 [netjes] tidy ⇒ neat, 〈bijvoeglijk naamwoord en bijwoord〉 orderly♦voorbeelden:1 de ordelijke rijen boeken • the neat rows of books2 de demonstratie kent een ordelijk verloop • the demonstration is passing off in an orderly fashionalles gaat er ordelijk toe • everything is well-organized (there)3 een ordelijk huishouden • a tidy/well-organized household
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.